Trioletten,Villanelen en Stapelgedichten
Een triolet is een gedicht over een bepaald voorwerp waarbij de eerste
zin /woord 3 keer terug komt en de 2 regel aan het
eind nog een keer wordt herhaald.
elke regel gaat over een bepaalde iets.
- wat is het (het moet een voorwerp zijn)
- waar staat/ligt het
- waarvan is het gemaakt
- herhaal regel 1
- wat doet het met je gevoel
- wat doe jij er mee
- herhaal regel 1
- herhaal regel 2
- zet je naam eronder.
Nu een voorbeeld
1. Mijn telescoop
2. Hij ligt in de kast achter een glas op een ijzeren stellage
3. Ijzer hout en glas, meer hoeft ook niet.
4. Mijn telescoop
5. Hij is niet de beste maar toch ben ik erg blij met hem.
6. Als ik er naar kijk krijg ik hijmwee naar die goede oude tijd.
7. Mijn telecoop.
8. Hij ligt in de kast achter het glas op een ijzeren stellage.
vilanelle
Een vilanelle is net als een triolet
maar dan dat de 1e en de 2e regel zich beide 4 keer herhalen
en net als bij een triolet heeft elke regel een eigen mening
maar anders dan ee triolet heeft een vilanelle strofe's
(een lege regel een soort couplet)
- onderwerp
- iets om het onderwerp mee uit te drukken
- bijv nw en onderwerp
- strofe
- wat doet het met je
- zoek een koppel woord
- herhaling regel 1
- strofe
- bijv nw over het onderwerp
- maak niet uit wat
- herhaling regel 2
- strofe
- wat zou je er in de toekomst mee willen
- wat zou je er in de toekomst mee willen
- herhling regel 1
- herhaling regel 2
Niet ga zacht in die goede nacht,
Ouderdom moet branden en tieren op het einde van de dag;
Woede, woede tegen het sterven van het licht.
Hoewel wijzen op hun einde kennen donker goed is,
Omdat hun woorden geen bliksem had gevorkte ze
Goed mannen, de laatste golf door, huilen hoe helder
Hun zwakke daden zou op een groene baai hebben gedanst,
Woede, woede tegen het sterven van het licht.
Wild mannen die gevangen en zong de zon tijdens de vlucht,
En leren, te laat, ze bedroefd het op zijn manier,
Niet ga zacht in die goede nacht.
Grave mannen, in de buurt van de dood, die zien met verblindend zicht
Blinde ogen konden bles zoals meteoren en vrolijk,
Woede, woede tegen het sterven van het licht.
En jij, mijn vader, daar op de trieste hoogte,
Vloek, zegen mij nu met uw woeste tranen, bid ik.
Niet ga zacht in die goede nacht.
stapelgedichten
stapelgedichten zijn gedicht die van een bepaald woord/ zin starten. Dan ga je er woorden aan toevoegen net zolang todat je het mooi vind en dus af is maar op het eind MAG je de laatste zin veranderen.
voorbeeld.
hockey,
hockey doe je met een stick, de koe,
hockey doe je met een stick en een bal, de koe vroeg,
hockey doe je met een stokkie. de koe vroeg zei zei,
de koe vroeg zei zei dat wij,
waarom, de koe vroeg zei zei dat wij raar,
waarom vroeg ik, nee.
waarom vroeg ik waarom,
nou DAAROM.
ik,
ik ben,
ik ben ik,
en dat ben jij.
het gebouw
het gebouw in
het gebouw uit